Astronomen hebben voor het eerst definitief een enorme uitbarsting van geladen gas waargenomen van een ster achter onze zon, wat bevestigt dat dergelijke gewelddadige ruimteweergebeurtenissen niet uniek zijn voor ons zonnestelsel. Deze ontdekking heeft aanzienlijke gevolgen voor de zoektocht naar bewoonbare exoplaneten, vooral die rond het meest voorkomende type ster in de Melkweg: rode dwergen.
De ontdekking: een coronale massa-ejectie (CME) bevestigd
De uitbarsting was afkomstig van een rode dwergster, StKM 1-1262, die zich op een afstand van ongeveer 130 lichtjaar bevindt. Wetenschappers identificeerden de gebeurtenis als een coronale massa-ejectie (CME) – een uitbarsting van gemagnetiseerd plasma vergelijkbaar met de zonnestormen die poollicht op aarde veroorzaken. Deze CME was echter veel extremer dan typische zonne-evenementen. De sleutel tot het identificeren ervan was niet visuele observatie, maar de detectie van een duidelijke twee minuten durende uitbarsting van radiogolven die aan de ster ontsnapten.
‘Dit soort radiosignalen zou gewoon niet bestaan tenzij materiaal de bel van krachtig magnetisme van de ster volledig had verlaten’, legt Joe Callingham van het Nederlands Instituut voor Radioastronomie uit. De bevindingen, gepubliceerd in Nature, werden mogelijk gemaakt door gegevens van de Low Frequency Array (een radiotelescoopnetwerk over het hele continent) en het ruimteobservatorium XMM-Newton.
Waarom dit belangrijk is: de bewoonbaarheid van exoplaneten loopt gevaar
De ontdekking is van cruciaal belang omdat rode dwergsterren de meest voorkomende sterren in onze Melkweg zijn en vaak planeten in hun bewoonbare zones herbergen. Deze bewoonbare zones bevinden zich echter veel dichter bij de ster dan de baan van de aarde, waardoor planeten in een baan om de aarde worden blootgesteld aan intense straling en frequente, krachtige stellaire stormen.
Het uitgeworpen materiaal van StKM 1-1262 bewoog zich met een snelheid van ongeveer 5,37 miljoen km per uur, een snelheid die zelden wordt gezien in zonne-CME’s. Een dergelijke kracht zou gemakkelijk de atmosferen van nabijgelegen planeten kunnen wegnemen, waardoor hun oppervlakken dor en blootgesteld aan dodelijke straling achterblijven. Dit roept serieuze vragen op over de bewoonbaarheid op lange termijn van planeten rond rode dwergen, ondanks hun prevalentie.
Ruimteweer en planetaire atmosferen
Het vermogen van planeten die rond rode dwergen draaien om hun atmosfeer vast te houden is een grote onbekende. Terwijl het magnetische veld en de atmosfeer van de aarde ons beschermen tegen de ergste gevolgen van zonnestormen (zoals te zien is bij gebeurtenissen als de stroomstoring in Quebec in 1989), ontberen planeten rond rode dwergen een dergelijke bescherming.
Onderzoekers bestuderen dit probleem actief met behulp van geavanceerde telescopen zoals de James Webb Space Telescope van NASA. Een observatieprogramma met hoge prioriteit, geleid door Néstor Espinoza, heeft tot doel koolstofdioxide in de atmosfeer op rotsachtige exoplaneten te detecteren met behulp van een techniek die de secundaire eclipsmethode wordt genoemd. De Hubble-ruimtetelescoop bestudeert ook de ultraviolette straling van deze sterren om hun potentiële impact op de bewoonbaarheid van planeten te beoordelen.
Implicaties voor de zoektocht naar leven
Als toekomstige waarnemingen bevestigen dat rotsachtige planeten rond rode dwergen hun atmosfeer niet kunnen vasthouden, zou dit de zoektocht naar bewoonbare werelden aanzienlijk beperken. Maar zelfs dit negatieve resultaat zou waardevol zijn, omdat het de unieke omstandigheden zou benadrukken waardoor het leven op aarde kon bloeien.
“Als je erachter zou komen dat geen van hen een atmosfeer heeft, zou dat behoorlijk triest zijn, maar ook behoorlijk interessant. Het zou betekenen dat ons planetenstelsel eigenlijk heel bijzonder is”, aldus Espinoza.
Toekomstige observatoria zullen stellaire uitbarstingen blijven volgen en hun invloed op exoplanetaire omgevingen in kaart brengen, waardoor een duidelijker beeld ontstaat van waar de meest veelbelovende kandidaten voor leven zich zouden kunnen bevinden. Deze ontdekking onderstreept het belang van het begrijpen van ruimteweer buiten ons zonnestelsel in de zoektocht naar bewoonbare werelden
