Paleontologen maken gebruik van een onverwachte bondgenoot bij de zoektocht naar dinosaurusfossielen: feloranje korstmos dat op unieke wijze oude botten koloniseert. Onderzoekers rapporteren in Current Biology dat drones uitgerust met gespecialiseerde sensoren deze met korstmos bedekte fossielen nu vanaf grote hoogte kunnen detecteren, wat mogelijk een revolutie teweegbrengt in de manier waarop nieuwe opgravingslocaties worden ontdekt.
De onverwachte symbiose
Paleontologen in het westen van Noord-Amerika hebben decennialang een patroon opgemerkt: levendige oranje korstmossen groeien consequent op blootliggende dinosaurusbotten in dorre badlands. Soorten als Rusavskia elegans en Xanthomendoza trachyphylla vertonen een opvallende voorkeur voor gefossiliseerd bot boven de omringende rotsformaties, terwijl ze elders vrijwel geheel afwezig lijken. Dit is geen willekeurig toeval; de poreuze textuur van fossielen biedt waarschijnlijk ideale omstandigheden voor de vestiging van korstmossen, houdt vocht vast en biedt beschermende zakken.
“In plaats van toevallig nieuwe locaties te vinden, kan deze aanpak paleontologen helpen nieuwe gebieden te lokaliseren waar waarschijnlijk fossielen aan de oppervlakte liggen, en daar vervolgens naartoe te gaan om het te onderzoeken”, legt paleontoloog Brian Pickles uit.
Van observatie tot luchtdetectie
De belangrijkste doorbraak kwam voort uit het analyseren van het licht dat werd gereflecteerd door korstmos, botten en omringende rotsen. Spectrale analyse onthulde dat het oranje korstmos verschillende infraroodlichtfrequenties uitzond. Onderzoekers ontwikkelden vervolgens drone-sensoren die deze signatuur tot wel 30 meter in de lucht kunnen detecteren, waardoor het korstmos effectief in een natuurlijk baken voor fossiele vindplaatsen verandert.
Voorbij Noord-Amerika: een mondiaal potentieel
Deze techniek is niet beperkt tot Canada of de VS. Soortgelijke associaties tussen korstmossen en fossielen zijn al waargenomen op Antarctica, waar bepaalde soorten gedijen op pinguïnbotten. Dit suggereert dat de methode kan worden aangepast voor uitdagende of afgelegen regio’s waar traditionele prospectie onpraktisch is.
“De techniek heeft een groot potentieel voor gebruik in weinig onderzochte of moeilijk toegankelijke gebieden”, merkt Renato García op, een paleontoloog die niet bij het onderzoek betrokken is.
Het onderzoeksteam is al van plan om hun zoektocht uit te breiden naar andere badlands wereldwijd, wat erop wijst dat de toekomst van de ontdekking van dinosauriërs mogelijk in een verrassende oranje tint zal worden geschilderd.
Dit markeert een significante verschuiving in paleontologische methoden: van het vertrouwen op toevallige ontmoetingen naar het actief zoeken naar fossielen op basis van hun biologische markers. De combinatie van korstmosecologie en dronetechnologie belooft het tempo van de ontdekking van fossielen te versnellen en nieuwe inzichten in het prehistorische leven te bieden.
